Colofon: Carien de Kloet, Joop de Jong

Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen

Verantwoording

Let op: deze rubriek is nog in wording. U kunt ons helpen; mocht u iets opvallen of mocht u iets missen geeft u dit dan vooral door. De verwachting is dat deze rubriek volledig is in voorjaar 2023.

De traumagerelateerde aandoeningen zijn binnen de DSM-5 voor het eerst sinds de start van DSM onder één  hoofdstuk gevat; het hoofdstuk Trauma en Stressor gerelateerde aandoeningen. Hieronder vallen de acute stress stoornis, de Posttraumatische stressstoornis, de aanpassingsstoornis en, vanuit de kinder -en jeugdpsychiatrie, de reactieve hechtingsstoornis en de ontremd sociaal contactstoornis. De persisterende complexe rouwstoornis is in de DSM-5 opgenomen als een aandoening aarvoor al veel aanwijzingen bestaan en die verder onderzoek behoeft. Om deze reden hebben wij deze stoornis ook opgenomen in deze deelrepubliek. 
Vanuit onderzoek blijkt dat tussen de 52% en 81% van de mensen een schokkende gebeurtenis meemaakt in zijn leven die voldoet aan de A criteria van de DSM-5. Bij het grootste deel van de mensen geeft dit geen of slechts kortdurend klachten. Een relatief klein deel van de mensen ontwikkelt hierna een acute stressstoornis (ASS) en of een posttraumatische stress stoornis (PTSS). 
ASS en PTSS zijn stoornissen binnen DSM-5 waarbij blootstelling aan een trauma een voorwaarde is om te kunnen voldoen aan de classificatie. Ook bij de reactieve hechtingsstoornis en de sociaal contatstoornis moet er sprake zijn geweest van ernstig trauma, verwaarlozing of wisselingen in hechtingsfiguren in de voorgeschiedenis. Van veel andere stoornissen is bekend dat het meemaken van een traumatische ervaring een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen of exacerbatie van betreffende aandoening. Te denken valt hierbij aan psychotische stoornissen en stemmingsstoornissen. Het lijkt daarom wenselijk gezien de effectiviteit van traumafocused behandeling ook bij andere aandoeningen te screenen op trauma en te overwegen of behandeling daar ook op gericht dient te worden. Daarnaast is bekend dat bij PTSS comorbiditeit eerder regel dan uitzondering is (Kessler 2000) en aandacht behoeft. 
Bij langdurig aanwezige traumagerelateerde klachten is de impact op andere leden binnen het systeem vaak groot. Aandacht voor het systeem is daarom essentieel. 

 Dissociatieve symptomen zijn symptomen die vaak voorkomen bij veel andere stoornissen zoals paniekstoornis of PTSS. Vaak is de reguliere behandeling voor de hoofdstoornis voldoende om ook de bijkomende dissociatieve symptomen minder erg te laten zijn.
Dissociatieve stoornissen zijn apart beschreven classificaties (DSM of ICD) en zijn vaak gerelateerd aan vroegkinderlijk misbruik; zeer regelmatig is ook PTSS of zijn PTSS-symptomen aanwezig. Er is een kwaliteitsstandaard over verschenen en hier is veel informatie te vinden.

https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/dissociatieve-stoornissen/introductie
 

Ziektebeelden

ACUTE STRESSSTOORNIS (ASS)

Mensen die lijden aan acute stressstoornis zijn blootgesteld aan een (ernstige) traumatische ervaring. In de DSM-5 wordt er met het A1 criterium aangegeven wat onder een traumatische ervaring wordt verstaan, namelijk de blootstelling aan traumatische ervaring, waarbij deze wordt omschreven als blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood of ernstige verwonding. Het kan hierbij gaan over het zelf ondergaan van de traumatische gebeurtenis of persoonlijk getuige zijn dat iemand anders dit overkwam. Daarnaast wordt ook aan de A1 criterium voldaan als betrokkene heeft vernomen dat een naast familielid of een andere dierbare de traumatische gebeurtenis is overkomen (er moet dan wel sprake zijn van een gewelddadig karakter of ongeval). Ook bij hulpverleners die herhaaldelijk of extreem zijn blootgesteld aan afschuwwekkende details van psychotraumatische gebeurtenissen wordt gesteld dat deze ervaring voldoet aan het A1 criterium.
Ze reageren op de blootstelling met klachten van herbeleven, negatieve stemming, vermijding, hyperactivatie en dissociatie. Het grootste verschil met PTSS is het tijdscriterium: wanneer de symptomen korter duren dan één maand dan is er sprake van ASS.
 
Incidentie:
Prevalentie onderzoek naar ASS is beperkt. Het onderzoek dat er is laat bij volwassenen een prevalentie zien rond de 22 %.
 
https://hulpgids.nl/informatie/ziektebeelden/trauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/acute-stress-stoornis

POSTTRAUMATISCHE STRESS STOORNIS

De classificatie PTSS is relatief nieuw (ongeveer 1980). Om PTSS te kunnen stellen moet er sprake zijn van het doormaken van een potentieel traumatische ervaring conform de A criteria en klachten die meer dan een maand duren.  Het meest in het oog springende symptoom van de PTSS zijn de intrusies, zich uitende in ontregelende herinneringen,  herbelevingen en of nachtmerries. Andere reden om hulp te zoeken zijn geregeld de hyperarousalklachten, waarbij er sprake kan zijn van ernstige in of doorslaapstoornissen en of overprikkeldheid of stemmingsklachten. De aanwezige vermijding maar ook de vaak aanwezige doktersdelay maakt dat het merendeel van de patienten vaak pas jaren na de traumatische ervaring professionele hulp zoekt.
De klachten hoeven niet gelijk op te treden na blootstelling maar kunnen ook jaren later voor het eerst optreden. Bij het stellen van de diagnose wordt vaak ook een toevoeging gedaan met betrekking tot de aard, de leeftijd en de chroniciteit van de blootstelling. Daarnaast kan er worden toegevoegd in hoeverre de stoornis gelijk na blootstelling of pas later is ontstaan en in hoeverre er sprake is van dissociatieve symptomen. Deze toevoegingen worden vaak gedaan om een betere inschatting te kunnen maken van de duur van de traumabehandeling; in hoeverre patient mogelijk kan profiteren van aanvullende interventies en bepalen vaak mede de setting en noodzakelijke kwalficaties van de behandelaar.
 
Incidentie
Onderzoek naar PTSS laat zien dat wereldwijd er verschillen zijn in het voorkomen. Een WHO studie vond in laag- en middel inkomens groepen een prevalentie van 2.3% en in lage inkomensgroepen van 2.1 %. In Nederland werd een lifetimeprevalentie gevonden van 7.4% Het aantal vrouwen die een PTSS ontwikkelen (8%) lijkt hierbij hoger te liggen ten opzichte van mannen (4.3%) (link De Vries &Olff 2009).
Het risico om een PTSS te ontwikkelen is ook afhankelijk van het type trauma.  

https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/over-psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/posttraumatische-stressstoornis-ptss

COMPLEXE PTSS

Complexe PTSS is een complex begrip. Binnen de DSM wordt deze stoornis niet geclassificeerd, binnen de ICD (ICD-11) wel. Er gaan vele definities rond, waarbij soms vooral de wijze van traumatisering centraal staat maar meestal de gepresenteerde symptomen. 
Binnen de ICD-11 is de complexe PTSS als volgt geclassificeerd: Bij cPTSS  naast de centrale symptomen van PTSS (herbeleving, vermijding / verdoving en hyper-arousal) een reeks verstoringen in zelfregulerende capaciteiten op:
1. Affectieve problemen: verhoogde emotionele reactiviteit, gewelddadige uitbarstingen, impulsief of roekeloos gedrag en dissociatieve verschijnselen.
2. Een verstoord zelfgevoel: gekenmerkt door hardnekkige overtuigingen over zichzelf als negatief, verslagen of waardeloos, vergezeld van doordringende gevoelens van schaamte, schuld, boosheid of falen.
3. Aanhoudende problemen bij het onderhouden van relaties: gekenmerkt door moeilijkheden om dicht bij anderen te voelen, weinig interesse in relaties of sociale betrokkenheid in het algemeen.

Complexe PTSS (cPTSS) is een classificatie binnen de ICD die PTSS aanvult. Net zoals PTSS vereist ook cPTSS de blootstelling aan een traumatische ervaring (of een reeks van dergelijk ervaringen) en functionele beperking.  
Gezien de grote diversiteit in de presentatie is het naar onze mening beter om  te kiezen voor een zo goed mogelijke beschrijving van wat er aan de hand is qua volgorde van gebeurtenissen, ontstaan van symptomen en verschillende behandelingen met (mogelijk) vermindering van symptomen. Kortom een goede en volledige beschrijvende diagnose. Het alleen noemen van: "er is sprake van een complexe PTSS of er is sprake van complex trauma"  geeft volgens ons absoluut geen duidelijkheid ten aanzien van de betrokken patiënt qua diagnostiek, noch de eventuele mogelijkheden  qua behandeling. 

https://icd.who.int/browse11/l-m/en#/http://id.who.int/icd/entity/585833559
 

PERSISTERENDE COMPLEXE ROUWSTOORNIS - cave: Persisterende rouwstoornis na de tekstrevisie DSM-5-TR

Na  het doormaken van een verlies door overlijden is er bij naasten meestal sprake van kortdurende klachten die vanzelf of met ondersteuning van naasten herstellen. Bij de persisterende rouwstoornis (PRS) is dit niet het geval. De PCRS (persisterende complexe rouwstoornis) was oorspronkelijk in de DSM-5 opgenomen als een stoornis waarvoor al veel aanwijzingen bestaan en die verder onderzoek behoeft. Bij de tekstrevisie (2022) is deze stoornis qua naam aangepast.
Patiënten met deze classificatie hebben zoveel last van rouw dat het functioneren thuis, op school, in de werksituatie en sociaal, langdurig en ernstig is verslechterd. Mensen ervaren een kwellend verlangen naar de overledene en zijn volledig in beslag genomen door het verlies. Zij kunnen zich niet bij de onomkeerbaarheid van het verlies neerleggen .
Prevalentie: PCRS treedt na een verlies in eerste graad bij ongeveer 10% van de algemene bevolking op.De aandoening treedt vaker op na het verlies van een dierbaar persoon door moord, zelfmoord en vermissingen (in alle gevallen een niet-natuurlijk overlijden) en bij een zeer nauwe verwantschap (de dood van een eigen kind). Goed epidemiologisch onderzoek is echter slechts beperkt uitgevoerd.

https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/over-psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/persisterende-complexe-rouwstoornis-pcrs
https://www.boompsychologie.nl/actueel-item/80-4028_Persisterende-rouwstoornis-in-de-DSM-5-TR

AANPASSINGSSTOORNISSEN

Van aanpassingsstoornissen spreek je als er een duidelijke verstoring is in de balans tussen draaglast en draagkracht. Je kunt denken aan ernstige problemen op het werk, veel mantelzorgtaken, relatieproblemen of verlies van een  naaste. Je noemt het aanpassingstoornis als de ervaren klachten ernstiger zijn dan op je basis van de ernst en intensiteit van de stressor zou verwachten. Daarnaast zijn er door de symptomen beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren. Het voorkomen in Nederland ligt tussen de 0,3% en 2%.

https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/aanpassingsstoornis-incl-overspanning-en-burn-out/introductie

REACTIEVE HECHTINGSSTOORNIS

Een reactieve hechtingsstoornis is een ontwikkelingsstoornis waarbij er bij het kind in de voorgeschiedenis sprake is geweest van extreme vormen van ontoereikende verzorging, waaronder chronische ernstige emotionele verwaarlozing of het herhaaldelijk wisselen van primaire verzorgers. Bij het kind  is er sprake van een voortdurend patroon van geremd, emotioneel teruggetrokken gedrag ten opzichte van volwassen verzorgers, zich uitend in het ontbreken van het zoeken van troost of het niet reageren op troost, minimale sociale en emotionele reacties, beperkte gevoelsuitingen en of  onverklaarbare periodes van prikkelbaarheid, verdriet of angst. 

ONTREMD SOCIAALCONTACTSTOORNIS

Een ontremd sociaal contactstoornis kan ontstaan wanneer er voor het kind niet een duidelijk aanwijsbare gehechtheidfiguur is op wie het zich richt. In feite is er dus geen gehechtheidrelatie gevormd met zijn ouders of verzorgers. Deze stoornis komt alleen voor in extreme situaties van verwaarlozing, mishandeling of frequente wisseling van verzorgers, en kan niet verklaard worden door een ontwikkelingsachterstand. 
Er is sprake van een vermindering of ontbreken van terughoudendheid in het benaderen van en de manier omgaan met onbekende volwassenen en het niet of sterk verminderd in de gaten houden van ( primaire) verzorgers als ze verder weg van ze gaan ook in onbekend gebied. 

https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/over-psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/hechtingsstoornissen-rhs-en-oscs

Diagnostiek

Gezien de centrale rol die het doormaken van traumatische ervaringen speelt in het ontwikkelen en het beloop van verschillende psychiatrische aandoeningen is het goed om altijd (zeker bij bijvoorbeeld intakes en kennismakingsgesprekken bijv.) screenend navraag te doen naar doorgemaakte traumatische ervaringen. Indien er vanuit anamnese aanwijzingen zijn voor het mogelijk bestaan van een trauma- of stressor-gerelateerde aandoening is het mogelijk om gebruik te maken van screenende vragenlijsten. Dit zowel om zicht te krijgen op doorgemaakte trauma als om inventariserend te kijken naar aanwezigheid van symptomen. Deze screenende vragenlijsten zijn gezien de aanwezige vermijding of soms aanwezige ziektewinst onvoldoende voor het stellen van de diagnose. Het is voor het stellen van de diagnose noodzakelijk om, bij voorkeur, gebruik te maken van een semigestructureerd interview. indien dit niet mogelijk is kan de diagnose gesteld worden door een uitgebreid psychiatrisch onderzoek met zorgvuldig doorlopen van de verschillende criteria. 
Bij afname van vragenlijsten die zich richten op doorgemaakt trauma is het belangrijk om rekening te houden met de impact van de vragen op betrokkene en deze voorlichting te geven dat klachten door de vragen tijdelijk kunnen toenemen en helderheid te verschaffen over mogelijke nazorg.


Voor een overzicht van de aanwezige screenende vragenlijsten en (semi) gestructureerde interviews verwijzen we naar:
https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/zorg-rondom-psychotrauma-en-stressorgerelateerde-stoornissen/diagnostiek-en-monitoring/diagnostiek

Op ondergenoemde site kunnen verschillende vragenlijsten voor diagnostiek PTSS gedownload worden na registratie:
https://www.psychotraumadiagnostics.centrum45.nl/nl/ptss

Informatie over de diagnostiek van traumagerelateerde en hechtingsstoornissen bij kinderen en adolescenten:
https://www.kenniscentrum-kjp.nl/wp-content/uploads/2020/09/Diagnostieprotocol-Trauma-Kinderen-en-Adolescenten-2020.pdf

Informatie over diagnostiek bij hechtingsstoornissen:
https://richtlijnenjeugdhulp.nl/problematische-gehechtheid/signalering-en-diagnostiek/conclusies-en-stappenplan/

Informatie over diagnostiek bij persisterende traumatische rouw stoornis (PCRS)
Traumatic grief inventory self report
https://rouw.arq.org/sites/default/files/domain-46/documents/2017-09_bijlage_1_traumatic_grief_inventory_-_self_report_nederlands_-_na_meervoudig_trauma_en_verlies-46-1506699149102975801.pdf
 

Behandeling

Specifieke doelgroepen

Vluchtelingen en asielzoekers
https://www.arq.org/behandeling/vluchteling-en-trauma

Verstandelijk beperkten
https://www.kenniscentrumlvb.nl/product/handreiking-trauma-en-licht-verstandelijke-beperking-lvb-2/

Ouderen
https://kennissen.vgct.nl/bericht/behandeling-van-trauma-gerelateerde-stoornissen-op-latere-leeftijd/

Beroepsgerelateerd trauma
Op de site van het veteraneninstituur is informatie opgenomen over de 24/7 loketten voor zowel veteranen als politie personeel en het steunpunt brandweer tijdens kantoortijden.  Vanuit deze loketten kunnen betrokkene toegeleid worden naar gespecialiseerde behandelsettingen gericht op de impact van trauma bij deze hoogrisicogroepen.
http://www.nlveteraneninstituut.nl/veteranenloket/diensten/

Slachtoffers seksueel geweld
https://centrumseksueelgeweld.nl

Preventie

Transgenerationele aspecten

Bekend is dat trauma helaas geregeld overgedragen wordt van generatie op generatie. Naast preventie gericht op het voorkomen van langdurige klachten na doormaken van schokkende ervaringen is het daarom ook belangrijk om aandacht te hebben op de impact van traumagerelateerde klachten op naasten en meer specifiek kinderen van patienten met PTSS. Het op een bij de leeftijd passende manier bespreekbaar maken van wat er wordt gevoeld door de kinderen is hierbij belangrijk. De generike module gericht op zorg voor ouders met psychische en of verslavingsproblematiek en hun kinderen geeft hierbij veel handvatten aan hulpverleners. 
http://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/zorg-voor-ouders-met-psychische-en-of-verslavingsproblematiek-en-hun-volwassen-kinderen-kopp-kov/zorg-rondom-kopp-kov

Voor kinderen van ouders met psychiatrische problematiek is er de site koppsupport met informatie over ziektebeelden en mogelijkheid om deel te nemen aan online cursussen met aandacht voor hun ervaringen.

https://koppsupport.nl

Standaardwerken en artikelen


 

  • Handboek PTSS

    Dit is een al wat ouder handboek dat een overzicht geeft van klinische en wetenschappelijke inzichten van waaruit praktisch toepasbare hulp mogelijk is voor mensen met een vorm van PTSS. Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe druk. 

  • Handbook of PTSD (eds Friedman, Keane, Resick)

Professionele organisaties

NTVP (Nederlandstalige vereniging voor Psychotrauma)
https://www.ntvp.nl
ESTSS (European Society of Traumatic Stress Studies)
https://estss.org
ISTSS (International Society of Traumatic Stress Studies)
https://istss.org
LCVT
https://www.estd.org/lcvt
MIND
https://wijzijnmind.nl/psychische-klachten/psychipedia/ptss

  • Arq Centrum 45

    ARQ Centrum’45 is een derdelijns en supraregionaal opererend centrum voor specialistische diagnostiek en behandeling van mensen met klachten die gevolg zijn van diverse vormen van trauma. Over algemeen gericht op patiënten die klachten hebben ten gevolge van georganiseerd geweld. 

  • PsyQ psychotrauma

    PsyQ is een landelijk opererende organisatie waarbij 4 grote zorgaanbieders zorg aanbieden in meer dan 20 vestigingen in verschillende regio's in Nederland onder de naam PsyQ. Vestigingen bieden behandelingen gericht op alleen PTSS, maar ook op combinaties met comorbide problematiek. De site geeft weer wat PTSS kan betekenen, maar biedt ook informatie over diverse behandelingen. De vestiging in Den Haag is een TOPGGZ-afdeling. 

  • Psychotraumacentrum Zuid Nederland

    Het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC ZN) is deels regionaal, maar ook supraregionaal gericht op patiënten met PTSS (tweede en derde lijn). Het is een TopGGZ afdeling, en heeft een aantal populaties patiënten waar het zich specifiek op richt waaronder vluchtelingen, asielzoekers, veteranen , geüniformeerden en poliklinisch te behandelen patiënten met ptss als gevolg van vroegkinderlijk misbruik. 
     

  • ARQ Kenniscentrum Traumatische Rouw

    Het ARQ Kenniscentrum Traumatische Rouw  is een kennis- en informatiecentrum gericht op het verbeteren van de kwaliteit, wetenschappelijke onderbouwing en verspreiding van psychosociale hulp na verlies. 

  • Het Traumacentrum van GGZ Drenthe

  • Sinaï Centrum

  • Abate

Patiëntenorganisaties en -informatie

Er zijn voor zover bekend geen patientenorganisaties die zich specifiek richten op trauma- en stressorgerelateerde aandoeningen.

Op de sites van de verschillende gespecialiseerde settingen voor traumabehandeling (zie kop professionele organisaties), is informatie te vinden voor behandelaren en patienten over de verschillende soorten traumabehandelingen en indicatiegebieden.

Op de site van thuisarts staat algemene patienteninformatie over traumabehandelingen.
https://www.thuisarts.nl//posttraumatische-stressstoornis/ik-krijg-behandeling-voor-ptss

Ook op de site van MIND is veel informatie over behandeling te vinden.
https://wijzijnmind.nl/psychische-klachten/psychipedia/ptss

Voor informatie over de relatie tussen psychose en trauma en behandelindicaties bij deze doelgroep kunt u terecht op
https://psychosenet.nl/trauma/

Op de site psychotraumanet.org is infomratie te vinden voor behandelaren en patienten over psychotrauma
https://psychotraumanet.org

Op de site van Centrum seksueel geweld vinden patienten informatie en hulp na seksueel geweld
https://centrumseksueelgeweld.nl




 

Congressen

advertentie
banner Handboek post-traumatische stressstoor-nissen
E. Vermetten, R.J. Kleber, O. van der Hart
Dit unieke boek geeft een overzicht van klinische en wetenschappelijke inzichten van waaruit praktische toepasbare hulp mogelijk is voor mensen met een vorm van PTSS. Lees meer